Boeddhisme
Velen hebben een Boeddhabeeldje in huis, of in de tuin, daar heeft het de tuinkabouter vervangen. Ik begeef mij met dit onderwerp op glad ijs. Ik weet dat er inwoners in Hilvarenbeek zijn, die deze column nauwgezet lezen, of ik wel het juiste aan u heb medegedeeld. Vooraf even; het Boeddhisme is geen religie, maar een levensbeschouwing. Daardoor kon het meegroeien in alle turbulente tijden.
Daar gaan we dan:
Boeddha is niet een naam, maar een titel voor een ‘zeer wijs persoon’. Het is Sanskriet en betekent zoveel als ‘verlicht persoon’ m/v.
Boeddha was een prins in het Noord-Oosten van India en heette Prins Gautama Siddharta. Hij is geboren rond 500 voor Christus en werd binnen de paleismuren, dat al een zeer omvangrijk terrein was, opgevoed in de Hindoe cultuur. Al vroeg in zijn jeugd, als puber, wilde hij weten wat er achter het omvangrijke terrein gebeurde. Door een trouwe bediende is hij een aantal keren buiten de muren geweest, en schrok zich te pletter, wat hij daar aan lijden en kommernis aantrof. Op 29-jarige leeftijd maakte hij aan zijn vader kenbaar dat hij de wereld in wilde gaan. Na wat tegenargumenten van zijn vader kreeg de prins toch zijn vaderlijke zegen. Gekleed in lompen van een bedelaar verliet hij het paleis. Al gauw zocht hij meditatie meesters op. De een na de ander overtrof hij in zijn (aangeboren) inzichten. Hij ging met vijf metgezellen in volledige ascese (niet meer eten en drinken). Na verloop van tijd begreep hij, dat dit het ook niet was. Er moest een middenweg zijn. Hij ging onder een boom, even buiten de plaats Gaya zitten, dagenlang; hij leefde van wat mensen hem schonken. Op een nacht kreeg hij een droom waarin Mara, de heer van de illusie, hem vroeg hoe hij het in zijn hoofd haalde om een ‘verlicht’ mens te worden. Mara bezorgde hem honger, dorst, sensuele hunkering, ontevredenheid, hoop, angst, twijfel, hypocrisie; het had geen invloed op Gautama. Met het wegvallen van de illusies van het ego kwam hij in een verlichte staat van zijn; hij werd een Boeddha.
Boeddha heeft altijd ontkend dat hij een goddelijke status had. Helaas is er in zijn tijd weinig opgeschreven over zijn leven. Pas in 800 na Christus werd het leven van Boeddha beschreven en onstonden er de eerste Soetra’s (gebeden) die het leven en de boodschap van Boeddha beschreven. Boeddha heeft gezegd, dat wij allemaal al een beetje Boeddha (verlicht) zijn, de een meer, de ander wat minder. Kenmerkend is: respect voor elkaar, liefdevol en vredevol, geen geweld, de mens is onderdeel van de natuur; aldus dient de natuur gerespecteerd te worden. Dat geldt ook voor dieren (Boeddhisten zijn doorgaans vegetariërs). De Dharma (het onderricht) is voor Boeddhisten erg belangrijk. Samsara is het ronddraaien in geboorte, sterven en wedergeboorte. Om deze cyclus te ontlopen kunnen we ons best doen om de hoogste staat van ‘verlichting’ te bereiken. Het Nirvana is geen Hemel, het is een rustplaats voor zielen tot aan een wedergeboorte.
Volgende keer weer wat meer.
Spreuk van deze week:
Het is gemakkelijk fouten van anderen te zien, maar moeilijk eigen fouten te erkennen
(Boeddha Gautama)
Ik moest het effe kwijt....