‘Het lijkt hier wel een expert meeting,’ bromt een deelnemer, zelf bepaald niet van de straat in zaken van natuur. De organisator van de avond kijkt uit over de warme, tot de nok gevulde zaal en legt de lat direct hoog: ‘Vanavond gaan we werken aan Basiskwaliteit Natuur en daarmee aan herstel van biodiversiteit in onze gemeenten, zichtbaar en merkbaar en meetbaar per 2030. Die geweldige taak gaan we samen tot stand brengen.’ Op een zomeravond in het gemeentehuis van Hilvarenbeek maakt een grote groep betrokken en deskundige vrijwilligers een bevlogen start met een pilot die biodiversiteit in Goirle, Hilvarenbeek en Oisterwijk (GHO) vleugels moet geven.
Nog maar zes weken geleden kwam Vogelbescherming Nederland voorzichtig langs: willen de drie gemeenten samen een pilot Basiskwaliteit Natuur uitvoeren? De enthousiaste reactie van vooral de drie B-teams (vrijwilligers voor biodiversiteit) gaf het antwoord. “We zijn uitverkoren”, noemt organisator Anjo Roorda het inmiddels. De gemeenten betalen mee aan de pilot. Eerder dit jaar bracht hij zestig raadsleden, wethouders, ambtenaren en vrijwilligers van de GHO-gemeenten bijeen in Oisterwijk, onderwerp: herstel van biodiversiteit.
Invulling niet eenvoudig
Voor ‘Basiskwaliteit Natuur’ hebben de drie gemeenteraden al gekozen, maar daaraan invulling geven is niet eenvoudig en Vogelbescherming Nederland heeft zelf nog vragen, vandaar de pilot die vanavond begint. De wel tachtig deelnemers zijn vooral leden van B-teams, vogelwerkgroepen en natuurverenigingen, maar ook van een agrarische natuurvereniging, een imkerbond, het Waterschap en zelfs het ministerie van LNV. Wethouder Piet Machielsen heet welkom: Hilvarenbeek neemt biodiversiteit heel serieus.
Algemene soorten weer algemeen
Is er voedsel en veiligheid, kunnen soorten zich voortplanten? Basiskwaliteit Natuur (BKN), legt Harry Meesters van Vogelbescherming uit, is er voor de natuur, in de vorm van abiotische condities (kwaliteit van water, bodem en lucht), de inrichting van het landschap en gebruik en beheer van het landschap. En Basiskwaliteit van Natuur: algemene soorten (planten, dieren, zeg: mussen) blijven algemeen of worden dat weer. Zijn de condities voor soorten goed (milieu, landschap), dan volgen soorten vanzelf. De focus ligt daarbij, verrassend, niet op natuurgebieden maar op landelijk gebied en bebouwde omgeving: natuur is overal.
Het landschap
Maar wat is ‘algemeen’, wat is de basis? De pilot kiest voor het landschap, na de grote ontginningen maar voor de moderne grootschalige landbouw: de periode 1970-1990. Victor Retel Helmrich van B-team Goirle-Riel presenteert drie landschapstypen/gebieden waarop de pilot zich richt. Als voorbeeld voor heideontginning (1) is dat de Kleine Oisterwijkse Heide, een beschermd heiderestant van de uitgestrekte heidevelden van begin vorige eeuw. De grutto en de kievit, tot 1980 volop aanwezig, zijn er nog sporadisch. Langs perceelranden en paden liggen kansen voor ecologische verbetering en herstel.
Persoonlijk garant
De beek De Leij (2) aan de oostkant van Goirle (Poppels-, Roovertse, Oude Leij en Nieuwe Leij) lag rond 1900 in een zompig en dichtbegroeid gebied. Nu is het dal een open zone tussen de bebouwing van Goirle en de bossen van de Beekse Heide en Gorp en Rovert, met melkveehouderijen en snijgras, mais en aardappelen. Het hoevenlandschap (3) ontstond uit akkerdorpen als Goirle en Hilvarenbeek, waar hoeven met schuren en stallen rond centraal gelegen akkers werden gebouwd, de kavels afgezet met dichte hagen als veekering. Soorten: tal van kleine zangvogels (struweelsoorten) en vogels rondom boerenerven.
Dilemma’s worden in de workshops zichtbaar: als weidevogels in een landschap verdwenen zijn, moeten die worden teruggebracht, en betekent dat dan, geen bomen planten rond een beek, zoals het Waterschap doet? Het is nog geen tijd voor definitieve antwoorden. Voor Vogelbescherming is een vraag: kan BKN worden vertaald naar beleidsvoornemens op gemeentelijk niveau? De organisator van de avond twijfelt niet: de gemeenten weten straks beter, wat te doen en hij staat persoonlijk garant dat dit project, als pilot voor Vogelbescherming nog dit jaar afgerond, voor de GHO-gemeenten niet verzandt en leidt tot resultaat. 2030 is dichtbij, de neergaande lijn van biodiversiteit moet omhoog (inmiddels is de Natuurherstelwet aangenomen in het Europees Parlement).
Heus veldwerk
Heideontginning, beekdal en hoevenlandschap: de workshops verkennen de landschappen en leggen de basis voor evenzovele deelprojecten in de komende maanden. Vrijwilligers melden zich al voor latere bijeenkomsten met instructie die gaan uitmonden in heus veldwerk: waarnemen, beoordelen, scoren.
Kennis en inzichten
De pilot stimuleert nu al de samenwerking tussen de GHO-gemeenten, de B-teams en andere (vrijwilligers)organisaties. Hij genereert kennis en inzichten en een concrete agenda van bijvoorbeeld landschapselementen (zoals heggen!) die BKN en biodiversiteitsherstel bevorderen: opgaven voor gemeenten en grondeigenaren. De deelnemers aan de avond gaan in het late daglicht samen op de foto en nemen als beloning een Natuurwaaier mee van algemene soorten.
De kop is eraf, de pilot loopt, een rijkere toekomst daagt!