Vijfentwintig jaar geleden reikte Sjef de prijs, die naar hem is vernoemd, nog zelf uit. Deze kon hij nog net uitreiken aan Bart Berens, voordat hij in 1998 op 9 augustus overleed. Hij werd in dat jaar, enkele maanden na de uitreiking, 67 jaar oud. Veel te jong om de blaasmuziek los te laten. Hij had er nog zoveel tijd aan willen besteden.

Het mooie van deze eerste uitreiking was, dat de jonge veelbelovende laureaat hetzelfde instrument bespeelde waarop Sjef zelf ook graag speelde, namelijk euphonium. Van jongs af aan bespeelde hij de ventiel- en later de schuiftrombone. De laatste jaren bespeelde Sjef het euphonium o.a. in het harmonie-orkest van het Conservatorium. Muzikanten jonger dan 40 jaar en zeker de muziekleerlingen van nu, weten eigenlijk niet wie hij was en wat hij allemaal deed voor de blaasmuziek, zoals dirigent zijn van het jeugdorkest en het aanpassen van partijen voor het harmonie-orkest. In zijn ongeveer vijftig jaar lange actieve muziekleven deed Sjef nog veel meer. Hij zette o.a. de stoelen klaar bij repetities en concerten, repareerde instrumenten en gaf muziekles. Alles kreeg zijn aandacht.

De muziek tot leven

Sjef vond vooral één ding heel belangrijk; het juiste klimaat scheppen om muziek te kunnen maken. Meer scholing, betere muzikanten en een goede dirigent, dan kon het orkest uit steeds meer en soms ook moeilijkere muziekwerken een keuze maken. Betere instrumenten en als het even kon, alle instrumenten die in het muziekstuk gevraagd werden. Muziek maken is leuk en blijft leuk, zeker als er ook een uitdaging in zit.

De prijs die naar hem is genoemd daagt jongeren uit zich te onderscheiden en steeds beter te worden, in het belang van de muziek en de vereniging. Muzikanten brengen de muziek tot leven zoals deze door de componist is bedoeld. Als jeugdig talent zich op een bijzondere manier onderscheid van de anderen, dan is de toekenning van de prijs een stimulans om door te gaan en het goede voorbeeld te blijven geven, in de geest zoals Sjef dat gewild zou hebben.