Als je al je hele leven in Hilvarenbeek woont, denk je dat het gewoon is. Al die natuur om je heen. Maar de bezoekers van elders weten wel beter, ze komen naar hier omdat je in onze dorpen kunt genieten van eindeloze wandelwegen en fietspaden door bossen, open heidevelden en langs vennen en kronkelende beken. En overal kun je aanleggen in gezellige dorpen, waar steeds een cafeetje op je wacht. Even op verkenning dus om al die natuurgebieden eens te benoemen, te beginnen in het noorden van Hilvarenbeek en dan verder met de wijzers van de klok mee.
door Kees van Kemenade
In het noorden van de gemeente liggen de grote recreatieparken De Beekse Bergen en het Safaripark, maar daar moet je een kaartje voor kopen. Heel de rest is gewoon vrij toegankelijk. De Kerkeindsche Heide bijvoorbeeld, waar je een mooie blik hebt op het klooster van de paters Trappisten. Na dat natuurgebied gaan we langs de fraai begroeide kanaaldijken van het Wilhelminakanaal fietsend of wandelend naar Haghorst, een mooie plek om eens uit te rusten. Je kijkt dan mooi uit over het Diessens Broek, een onbewoond gebied waar het Spruitenstroompje en de Reusel door heen stromen. Dat er niemand woont heeft een goede reden, want als er wateroverlast dreigt, dan wordt dit gebied geïnundeerd. Ondertussen ontwikkelt het zich tot een geweldig vogelgebied.
Het Stuk en Turkaa
Tussen Haghorst en de Provincialeweg tussen Diessen en Middelbeers ligt een bosgebied op wat ooit de Beersche Heide was. Ze schraal was de bodem, dat men er maar naaldhout op plantte. Nu is dit gebied aan het transformeren: van een naaldbos naar een gemengd bos. Er loopt een fietspad doorheen en een heel netwerk aan paden, ooit bedoeld voor de bosbouw. Een stukje naar rechts op de Provinciale weg en je komt bij een mooi wandelpad tussen groene houtwallen dat naar Turkaa voert. Een schitterend gebied met een visvijver, uitnodigende bankjes en een kronkelende loop van een zijtak van de Reusel. Drassig gebied, waar bijzondere planten groeien en waar zich dus een vogelrijkdom ophoudt. Ik heb er wel eens een ijsvogel waargenomen en rietzangers gehoord. Je kunt de Reusel volgen tot nabij de kleinste kern van Hilvarenbeek, Baarschot.
Landgoed De Utrecht
Vanuit Baarschot is het maar een boogscheut naar het uitgestrekte landgoed, dat is genoemd naar de levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht, een onderneming die het gebied ontgon. Ze begonnen er mee in 1899 en plantte bomen waar de bodem te weinig op zou brengen. Delen van de oorspronkelijke natuur lieten ze in tact. Kijk maar eens als je langs de meanderende Reusel wandelt nabij het beroemde café In den Bockenreijder. Het mooie van de Utrecht is de welkome afwisseling van weiden, akkers en bosgebieden, en zelfs een golfbaan. De twee enorme vennen De Flaes en het Goorven (goor is moeras) kun je met een uitkijktoren van boven bekijken. Tussen al dat groen staan ook nog monumenten. De mooiste is de grote brandtoren, ontworpen door de beroemde architecten Kropholler en Staal. Heb je tijd genoeg, volg dan de langste straat van Hilvarenbeek, de Prins Hendriklaan, van hoeve De Kievit tot aan een vijfsprong. Vroeger geloofde men dat heksen op zo’n plek hun sabbat hielden, maar ik heb ze er nooit getroffen.
Gorp en Roovert
De tocht gaat verder, als je wilt via de Scheidijk, die grens aangeeft tussen de gemeente Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden. Je zit nu op het dak van de gemeente op een duizelingwekkende hoogte van 28 meter boven N.A.P. Misschien zie je er zelfs een witte grenspaal, want het Koninkrijk België grenst sinds 1839 aan ons. Via een verdwenen hoeve, Tulder, waarvan sporen nog te zien zijn komen we op nog zo’n enorm landgoed. Gorp en Roovert. Je kunt er de Grensweg nemen, of er gewoon dwars doorheen gaan. In het midden ligt een mooi experiment. Kun je de oude heide die hier lag nog terug brengen in de oude staat, compleet met zandverstuivingen? Of raakt alles, vanwege de voedselrijkdom, overgroeid met pijpenstrootje en andere grassoorten? Natuurlijk liggen ook hier vennen, want die horen bij het Brabantse landschap. Sommige zijn oeroud en dateren uit de IJstijden. Het was hier toen een woestijn met bittere koude, zonder vegetatie. De wind blies het zand op tot duinen, die je nu nog overal ziet en liet lage delen achter tot op de harde leemlaag. Die vulden zich geleidelijk met water. Ze moeten wel voedselarm zijn, want als zij zich vulden met waterplanten veranderde het ven geleidelijk in een veenmoeras. Stop op je tocht even in de gehuchten Roovert en verderop Gorp. Hier was het dat een beroemde geleerde Ioannes Goropius bedacht dat hier wel eens het Aards paradijs zou hebben gelegen en dat de bewoners oud Nederlands zouden hebben gesproken. Behalve door de oude hoeven en het jachtslot zou je Gorp ook moeten bezoeken voor het pad langs de kronkelende Leij. Ik ken weinig mooiere plekjes. Na onze tocht door dit landgoed stuiten we op de hekken van het Safaripark.
Hebben we nou al het Beekse groen gehad? Nee hoor, tussen Diessen en Hilvarenbeek ligt Annanina’s Rust, een parkbos aangelegd in de negentiende eeuw. Ga daar ook maar eens kijken en vindt de rust onder de hoge bomen. Nee, je raakt in Hilvarenbeek nooit uitgekeken als je van natuur houdt.