Lindebomen horen bij Hilvarenbeek en zeker bij de Vrijthof. Ze omzomen de grasmat en geven schaduw in de hete zomers. Wanneer de lindebloesems bloeien dan geurt het plein op een wonderbaarlijke wijze. Ze worden keurig onderhouden en krijgen hun voedsel rechtstreeks bij de wortels geïnjecteerd. Een van die, wat grotere, lindebomen staat precies midden op de grasmat. Het is niet zomaar een boom, maar geplant in september 1923 bij het zilveren regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina.
door Kees van Kemenade
Het planten van de Wilhelminalinde van Hilvarenbeek was een onderdeel van de feestelijkheden in heel het land. Ze begonnen op de verjaardag van Wilhelmina, 31 augustus, en eindigden eind september 1923. De beide harmonieën van het dorp, Concordia en St. Leonardus, gaven een uitvoering op, toen nog, de Markt en heel het dorp liep uit voor de boomplanting. De hoge heren met een hoge hoed, de bevolking met de pet, of een dameshoedje. Het was immers een belangrijke gebeurtenis in het dorp. De schooljeugd, daarbij aanwezig, werd na afloop getrakteerd op een ‘Kwatta’ (ooit synoniem voor een chocoladereep), betaald door de gemeente.
De Oranjes
Een halve eeuw tevoren waren de Oranjes nog allerminst populair. Koning Willem III, overtuigd protestant, had zich zelfs uitgesproken vijandig opgesteld toen de katholieken een gelijkwaardige positie in het land eisten. Wilhelmina was zijn dochter, geboren in 1880 uit het tweede huwelijk van de vorst met Emma van Waldeck en Pyrmont. Toen kroonprins Alexander stierf en in 1890 haar vader, werd zij met 10 jaar de beoogde nieuwe koningin. Emma als koningin-moeder trad op als regentes totdat de jonge vorstin 18 jaar werd en ingehuldigd kon worden. Emma begon met een offensief en reisde met haar kind door het land. Zoveel mogelijk mensen moesten de toekomstige vorstin kunnen zien. Dat werkte enorm! Er werd een huwelijkskandidaat gezocht onder de hoge Duitse adel en dat werd Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, zelfs nog familie, die de titel kreeg Prins der Nederlanden. De echtgenoot van Wilhelmina, prins Hendrik, kreeg in Esbeek een straatnaam van de Heidemij, maar dat kwam omdat hij de beschermheer van de landinrichtingsorganisatie was. De Prins Hendriklaan, de langste straat van de gemeente.
Populariteit
Koningin Wilhelmina was populair om een heel andere reden, een die veel meer politiek was. In de jaren aan het einde van de Eerste Wereldoorlog hing overal de dreiging van revolutie in de lucht. Socialisten en communisten eisten een volledige omkering van de sociale orde. Ook in ons land waren er revolutionairen die de macht wilden grijpen. Voor een conservatieve bevolking als in Hilvarenbeek werd dat gezien als een grote dreiging, ook vanwege het antireligieuze karakter van het marxisme. In de ogen van velen was het de vorstin die in 1917 toen de revolutie, leek het, ook in ons land elk moment kon uitbreken, door resoluut optreden dat had voorkomen. Dat maakte van een protestantse vorstin een volksheld. Een eerbetoon was dan wel op zijn plaats en wat kun je dan beter doen dan een echte Koninginnen-linde te planten op de Vrijthof. En, in datzelfde jaar 1923, de pas gegraven waterweg door het noorden van de gemeente, het Wilhelminakanaal te noemen. Jammer genoeg ontbreekt een naamschildje bij deze linde. Zo’n rond hekje om de stam, dat je ook wel ziet, zou nog mooier zijn. Anders zouden we de geschiedenis van onze Wilhelminalinde wel eens kunnen vergeten.