De Hoofse Tijd

Kent u die periode in de geschiedenis? Zo niet, ook niet erg, het was evengoed een belangrijke periode. De Hoofse Tijd ontstond in de Provence in het zuiden van Frankrijk. Zeg maar globaal, het gebied wat onder de rivier de Loire ligt tot aan de Middellandse zee. Het gebied was rond 1100 zeer welvarend; was wel horig aan de edelen uit het noorden van Frankrijk, maar daar trokken zij zich weinig van aan. Joden, Christenen en Moren leefden vreedzaam naast elkaar en versterkten hun wederzijdse cultuur.

Aan de hoven van de edelen ontstond een kunstzinnige cultuur. Minstrelen, troubadours, dansers, dichters en kunstschilders konden met geld van de edelen hun kunsten vertonen. Vooral dichters en schrijvers deden hun best. Dichters maakten gedichten, vooral liefdesgedichten over de onbereikbare liefde voor een vrouw. Edelen maakten gebruik van deze dichters om liefdesgedichten te laten maken en deze te laten bezorgen bij hun onbereikbare liefde, om zo hun doel te bereiken. Een schrijver die verhalen schreef, waar we nu nog van genieten, was Chrétien de Troyes. Hij schreef de Koning Arthur legenden en de Graal legenden.

De Graal legende is zo’n eigen verhaal gaan leiden, dat mensen nu nog op zoek zijn naar de Graal, waarin het bloed van Jezus zou hebben gezeten. De Arthur legenden zijn een opmaat naar democratie, zoals wij dat nu kennen. (Geschiedkundigen zullen dit een punt van discussie vinden). Koning Arthur vergaderde regelmatig met zijn ridders rond de ‘ronde tafel’. Lancelot was een belangrijke ridder en vertrouweling van Arthur. Maar hij werd verliefd op Geneviève, de vrouw van Koning Arthur. Dat kon natuurlijk niet; later werd Lancelot weer in genade aangenomen.

Van andere schrijvers verschenen ook verhalen over koene ridders, die in benarde toestand verkerende jongedames (liefst prinsessen), moesten redden.

De Hoofse Tijd deed het aan het einde van 1100 ook goed in de rest van Frankrijk, Duitsland en Italië. Ook in onze gebieden was een bekende dichter/schrijver, Herman Van Veldeke. De Duitsers menen dat Van Veldeke een Duitser zou zijn. Wij noemen hem onze eerste vaderlandse Schrijver/ dichter. Overigens was hij veelvuldig op het Duitse grondgebied en is in 1186 (niet zeker) gestorven in Thüringen. Hij schreef o.a. de werken: Leven van Sint-Servaas en de Eneasroman, een eerste Hoofse roman in een Germaanse taal.

Rond 1220 rommelde het flink in Europa. Herrie tussen de Paus en Barbarossa (Duitse Keizer) en de Paus die met behulp van de Noord Franse koning een bloedbad aanrichtte in de Provence, waarvan niet alleen de Katharen de dupe waren. Ook Joden en Moslims werden vervolgd. De inquisitie deed zijn intrede en daarmee terreur; de echte donkere Middeleeuwen traden aan.

Spreuk van de week:

De enige echte liefde is de onmogelijke liefde....

(Von Goethe, dichter)

Ik moest het effe kwijt....