Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, naar kruiden die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven.

door Kees van Kemenade

Aan het einde van de Paardenstraat, vanaf de Bloemenstraat heeft de gemeente mooie bloemperken ingericht. De herfstasters bloeien er, maar ook de haagwinde. Een plantje dat je overal in de gemeente ziet, opvallend met de mooie trompetvormige bloemen, soms met een vleugje roze. Wij noemden ze vroeger pispotjes, naar de aardewerken pot die onder nagenoeg elk bed stond. Waarom eigenlijk? De overeenkomst met een echte pispot, behalve de kleur misschien, is er eigenlijk niet. De Haagwinde heeft maar dunne, wel zeer buigzame stengels, die zeker niet in staat zijn om de plant te dragen. Maar ze kunnen wel snel groeien in de hoogte, tot wel drie meter, en gebruiken daarvoor de stevigere stengels van haagbeuken, coniferen, braamstruiken en hier dus de asters. Dat winden is helemaal letterlijk te nemen: ze winden zich omhoog om een plant heen. Ze spreiden zich ook nog eens uit in de breedte en nemen daarbij met hun mooie blaadjes en bloemen heel veel licht weg van de asters die de gemeente heeft laten planten ter verfraaiing van het dorp. Eigenlijk houd ik niet van het woord, maar je zou haagwinde dus een echt onkruid kunnen noemen. Hij groeit ten koste van andere planten. De haagwinde is niet eens eetbaar, alleen insecten genieten van de nectar in de pispotjes. Als je en bloem plukt en je snuift eraan – zorg dat er dan geen bij in zit – ruik je een heel lichte vanillegeur. Als het mooi zonnig weer is, dan staan de bloemen wijd open, maar als het gaat regenen, of wanneer de avond valt, dan sluiten zij zich. Tot in de herfst kun je van de pispotjes genieten op plekken waar de bodem vochtig en voedselrijk is. In je tuin bijvoorbeeld, waar hij onzichtbare ondergrondse wortelstokken vormt en zich daarmee voor altijd nestelt. Groeit hij ergens, dan zal de haagwinde niet snel meer verdwijnen.