Waterschap De Dommel, dat in het grensgebied van Budel tot Goirle de waterhuishouding regelt, heeft met de aankoop van een perceel in Lage Mierde een belangrijke stap gezet voor een kleine waterberging. Dicht bij de aansluiting met de Reusel werd een halve hectare grond aangekocht van een particulier.
door Harrie Wenting
De Beekakkerweg in Lage Mierde kan tegenwoordig ook de nieuwe natuur genoemd worden. Aan de ene kant het voedselbos waar maatschappelijk het publiek betrokken wordt bij de groei van (deels eetbare) planten en aan de andere kant de nieuwe meanderende Reusel. Geen vuiltje aan de lucht. Zou je zeggen. Maar wie nu over de Beekakkerweg rijdt, ziet dat er wel een probleem is, een probleem dat we gratis gekregen hebben: water. Water en nog eens water. Net op het punt waar de Beekakkerweg een van de belangrijkste waterwegen kruist heeft het waterschap ook nog een experimenteel veld om de Japanse duizendknoop te bestrijden. Maar dan dat water. De sloot voert vanuit de Belgische grens overtollig water af dat daar in het bosgebied valt. Het is een vrij brede sloot die even verderop uitmondt in de Reusel, het riviertje dat afgelopen jaar weer ging meanderen. Maar dit riviertje werd daarmee ook smaller, waardoor het minder capaciteit heeft om water af te voeren. Nu past dit natuurlijk prima in de strijd tegen de verdroging van de natuur, want dat is een probleem waar we de laatste jaren vooral mee te maken hadden. We moeten het water langer vasthouden, zodat de grondwaterstand weer aangevuld wordt, zodat we het in drogere tijden weer massaal op kunnen pompen om overdag onze graslanden te kunnen besproeien.
Elders in Nederland zijn de waterschappen al langer bezig met het fenomeen waterberging. Kleinschalig wordt dit toegepast door een bassin aan te leggen waar bij heftige regenval het eerste overtollige water uit de omgeving kan opgevangen. In vrijwel elk nieuwbouwplan wordt hier rekening mee gehouden en in Lage Mierde ligt zo’n bassin langs de Raamloop ter hoogte van de rotonde Neterselsedijk.
Op andere plekken in Nederland, vooral bij de grotere rivieren worden retentiegebieden ofwel waterbergingsgebieden aangelegd waar waterberging plaats kan vinden om een dreigende overstroming te voorkomen. Uiteindelijk wil iedereen zijn voeten graag drooghouden en zit er niemand op te wachten dat zijn huis onder water loopt. Maar zover hoeft het in Lage Mierde (voorlopig?) nog niet te komen.
Het waterschap heeft het voornemen om het aangekochte perceel voor een deel af te gaan graven, om zo ruimte te krijgen voor overtollig water en wie nu naar buiten kijkt kan zien dat we nu in zo’n periode zitten. Hoe de aanleg van dit nieuwe noodbassin er precies uit zal zien is nog niet bekend, maar de belangrijkste stap, de aankoop van de grond, is inmiddels gezet. En de particulier die de grond verkocht? Die heeft zijn schaapjes al langer op het droge.