Met veel mankracht en materieel werd er de afgelopen drie jaar gewerkt aan de herinrichting van het landschap met als belangrijkste doel de waterhuishouding op de hoger gelegen zandgronden beter regelen. Er werd ook het nodige (subsidie)geld voor uitgetrokken en met veel tamtam werd het hele traject aangekondigd en inmiddels ook al deels opgeleverd. Maar nu we wat maanden verder zijn blijkt het water onvoldoende weg te stromen. Particulieren zitten met kelders vol water en boeren krijgen hun producten niet van het land. Maar wat zeiden dan die computermodellen die ver weg achter een bureau opgesteld werden?
door Harrie Wenting
Het water stroomt, dat is onmiskenbaar. Aan de Hooge Mierdseweg in Lage Mierde stroomt het water door de Reusel in de richting van De Utrecht en verderop het Welleseind. De weilanden langs het riviertje zijn ook een grote watervlakte geworden, waardoor niet meer te zien is waar de eigenlijke loop van de beek is.
De Reusel is een van de Kempische beekjes die aangepakt is in het waterproject. Net als de Raamloop, de Grote en de Kleine Beerze en verderop richting Eindhoven de Run en de Rosep. De aanleiding van het hele traject was de verdroging tegengaan, die met name in de zomerperiode de natuur fataal leek te worden. Door dalende grondwaterstanden en (deels) een tekort aan neerslag heeft de natuur onmiskenbaar veel te lijden.
Dan was er ook nog het nostalgische aspect: de natuur weer vijftig jaar terug in de tijd zetten. De tijd dat de beekjes nog meanderden, nog te zien op oude foto s en schilderijen zoals die van Arie Zwart.
Praktijk weerbarstig
In de plannen werden de beekjes ook smaller en minder diep en verdwenen de stuwen. De aanname was dat als een beek door de meandering een langer traject krijgt, het langer duurt tot het water wegstroomt. Langs de beekjes wordt het niveau van de akkers en weilanden verlaagt, zodat die bij overvloedige regenval overstromen, waardoor er nog meer water de grond in kan trekken. Bij al die voorspellingen, gebaseerd op eigen berekeningen, werd ervan uitgegaan dat er maximaal éénmaal in de tien jaar enige wateroverlast zou kunnen ontstaan.
Maar nu we enkele maanden verder zijn en een deel van het werk nog gedaan moet worden, blijkt de praktijk weerbarstiger dan de theorie. Niet alleen de naastgelegen akkers lopen onder, maar hele velden staan (al wekenlang) onder water. In een half jaar tijd gebeurde dat al viermaal!
Tom Romme aan de Buitenman in Lage Mierde heeft bij zijn panden drie kelders en ze staan alle drie onder water. Als hij van zijn auto naar de voordeur loopt moet hij regenlaarzen aantrekken.
Martijn Tholen, bestuurder bij het waterschap, erkent dat het niet helemaal loopt zoals door zijn eigen organisatie voorzien is. Hij wijt het voor een deel aan werk dat nog moet gebeuren: de bovenlopen die het water toevoeren moeten nog aangepakt worden, die laten nu het water nog te snel door naar de beken.
Maar wie die bovenlopen volgt kan zien dat daar ook overstromingen plaats vinden. Achterstallig maaien noemt hij ook een van de oorzaken, dat wordt nu versneld aangepakt.
Laarzen in het water
Maar de boeren die nu met de laarzen in het water staan en daar de aardappels weg zien rotten kopen daar niet veel voor. Een boer uit Hoogeloon laat weten dat er alleen al in de Kempen nog zo’n 150 hectare wortelen in de grond zit (hij zelf heeft er 22 hectare van) en met aardappels is dat niet veel beter. De problemen voor die boeren laten zich raden want dat het rottende gewas niets meer oplevert is één, maar het later afvoeren van het rottende product is een tweede kostenpost. Daar komt nog bij dat de overheid besloten heeft om de boeren te verplichten eerder in het jaar te oogsten, maar een agrariër laat weten dat ze dan wel in februari het land op moeten kunnen en daar ziet het nu nog niet naar uit.
Aan de Beekakkerweg in Lage Mierde heeft agrariër Wil Meulenbroeks uitzicht op de ondergelopen weilanden langs de Reusel. Hij zelf hoeft de komende weken het land niet op, de percelen die met gras ingezaaid moesten worden heeft hij al doorgeschoven naar het voorjaar. Hij ziet om zich heen iets wat er honderd jaar terug ook was: water dat niet wegstroomt. “Het vèrrekesbrugske bij de Beekakkerweg, waar de Zilverloop het water vanuit de bosgebieden rond de Belgische grens af moet voeren, kan het water niet verzetten. Honderd jaar terug was dit bij hoog water de enige plek waar de inwoners uit Hooge Mierde, Lage Mierde en verderop Tilburg konden bereiken. Het plan om water langer vast te houden is op zich niet verkeerd, maar de uitwerking lijkt niet goed. De afvoercapaciteit is zoveel minder dat er nu te veel water blijft staan en er is nog geen uitzicht op beter.”
Boeren klagen bij het waterschap over de gevolgen van verkeerde berekeningen en Martijn Tholen zal met zijn mannen van het waterschap nog eens om tafel moeten.
En de spreuk: avondrood, water in de sloot?
Die kan omgezet worden naar: zelf geen boot, toch water in de sloot!