Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, kruiden die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven.
door Kees van Kemenade
Alles wat leeft is opgebouwd uit cellen. Het zou mooi zijn als die cellen precies zouden gehoorzamen, maar helaas, noch bij mensen, noch bij bomen is dat het geval. Nu de bladeren van de bomen zijn, kun je op sommige bomen een groot gezwel zien op de stam. In Annanina’s Rust zit op een berk een flink gezwel, een warrelknoest, ook wel maserknol of kortweg warrel genoemd. Ze zijn niet echt zeldzaam, maar nu vallen ze goed op.
Warrelknoesten komen bij veel boomsoorten voor, als ze jong zijn kan de boom het niet overleven. Dat is vaak bij fruitbomen het geval. Een ouder exemplaar, zoals deze berk, overleeft het wel. Warrelknoesten ontstaan door een kleine beschadiging waar schimmels of insecten zich in nestelen. De boom neemt dit waar en reageert door de beschadiging in te kapselen met houtcellen. Dat lukt vaak niet en dan wordt de knoest groter en groter.
Je zou denken dat het alleen maar een vervelend verschijnsel is, maar ambachtelijke kunstenaars die met hout werken, vinden het hout van de warrelknoest prachtig. Ze noemen het, niet helemaal correct, wortelhout. Het is erg hard, vanwege de bijzondere houtcellen die de boom vormde als afweer, en zij hebben een prachtige structuur. Een houten bord, of zelfs een tafelblad, ziet er heel bijzonder uit. Maar omdat er echt niet zoveel warrelknoesten worden gevormd is het hout zeldzaam en dus duur. Gebruiken als fineer is dan de meest voorkomende toepassing. Kijk, als je een winterwandeling maakt, maar eens of je zo’n warrelknoest kunt vinden.