Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, kruiden die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Ook in de winter is er in de natuur veel te beleven.

door Kees van Kemenade

Een echte parasiet groeit er op de berk, de berkenzwam. Wij zitten op het landgoed Turkaa, een vochtig gebied waar veel berken groeien.

De berk is een boomsoort die niet zo oud wordt en als hij langzaam verzwakt dringen de sporen van de berkenzwam door in zijn hout. Van binnenuit vormen zij schimmeldraden en beginnen ze hem langzaam te verteren. Jonge berkenzwammen dringen door de bast heen naar buiten en groeien uit tot prachtige grote schotels. Klop maar eens op die bruine bovenkant, van boven is het net hout. Die harde hoed beschermt de zachtere binnenste delen en de sporenbuisjes aan de onderkant.

Tegen de tijd dat de berkenzwam op zijn mooist is, is de berk op zijn einde en valt hij om. De berkenzwammen leven nog eventjes door totdat alle voedsel op is, en dan sterven zij ook. Zo werkt het nu eenmaal in de natuur. Maar de dode zwam heeft zijn plicht gedaan en miljoenen sporen verspreid.

Deze berkenzwam is oneetbaar en wij mensen kunnen er eigenlijk niks mee. Hoewel, Oetzi de beroemde IJsman, had in zijn bagage een paar stukjes gedroogde berkenzwam. Maar wij weten niet waar hij die voor gebruikte. Wie er wel blij mee zijn: talloze soorten wormpjes, insecten en andere beestjes leven op en in de berkenzwam en eten van het weefsel. Want zo is het ook weer in de natuur; ik eet jou op en wordt zelf ook weer opgegeten.