Na mijn laatste twee boeken columns over de schrijver Fik Meijer, moet ik het verhaal even afmaken. Ik was gebleven bij het eerste concilie van Jeruzalem.

Vorige week kreeg ik de opmerking: ”Wat moeten wij met die ouwe meuk?” Bijna logisch te noemen, ware het niet dat Fik Meijer zelf de nodige vraagtekens heeft bij de reizen van Paulus en de teneur van zijn brieven. Dat maakt zijn boeken zo interessant. Bovendien is het hedendaagse recht en de democratie deels gebaseerd op de oude Grieken en Romeinen. Daar is door Paulus en de zijnen het Christelijke sausje over gegoten. Aanvankelijk heette Christenen: ”volgers van Jezus”. De eerste Griekse volgers noemde Jezus ”Christos”, wat zoveel betekent als Gezalfde of Verhevene en daaruit is weer het huidige zelfstandig naamwoord of bezittelijk voornaamwoord, zo u wilt, ”Christenen” ontstaan.

Wat gebeurde er nu op dat eerste concilie van Jeruzalem? Paulus was net terug van zijn tweede reis, toen Paulus de Apostelen en hun aanhangers in Jeruzalem ontmoette. Hij vertelde enthousiast over zijn bekeringen in Efeze en Korinthe. Op de vraag van de Apostelen of de bekeerlingen de wetten van Mozes volgden, was het antwoord van Paulus NEE. Paulus vond het voldoende dat zij geloofden in Jezus als de gezonden Messias. Hier ontstond de discussie, die dagen duurde. Volgens Paulus was besnijdenis niet nodig en evenmin de spijzenwetten. Joodse jongetjes worden op de achtste dag na geboorte besneden en Joden eten geen varkensvlees (onrein) en geen schaal- en schelpdieren. Wat eigenlijk overbleef waren de tien geboden van Mozes.

Na hevige discussies werd besloten dat Griekse en Romeinse bekeerlingen voornoemde wetten niet hoefden na te leven. Joodse bekeerlingen konden na eigen goeddunken de Mozaïsche wetten wel blijven volgen.

Wat Paulus er niet bij vertelde was, dat hij hevige discussies heeft gevoerd met Joden, die Christen waren geworden (zgn. Judaïsche Christenen). Sowieso had Paulus veel discussie met Joden in Griekenland en in het Romeinse Rijk. De Joden daar, zowel als in Jeruzalem waren erg halsstarrig. Overigens wilde Jezus zelf geen nieuw geloof, hij wilde verdieping van het bestaande Joodse geloof, ontdaan van knellende wetten, waar gewone Joden niet aan konden voldoen en dus in zonden leefden.

Geleerden en latere kerkvaders noemen het Christendom wel het ” Paulische Christendom”.

Paulus heeft een grote stempel gedrukt op Christendom, zoals wij dat vandaag de dag kennen.

Paulus is in Rome gestorven, nadat Nero Rome in brand had gestoken. Christenen kregen daar de schuld van en werden massaal vermoord. Ook Petrus was in Rome. Hij wist Rome te ontkomen, maar hoorde een stem: ”Quo Vadis” (waar gaat gij heen?). Hij keerde terug naar Rome en werd omgekeerd aan een kruis vermoord. Hij wilde niet op dezelfde manier sterven als zijn grote voorbeeld Jezus.

Spreuk van de week:

”Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen....!”

(Jezus Christus)