Er moet meer wind door de hopplanten, die dichte heg staat in de weg! Jawel, maar er huizen tal van zangvogeltjes in het dichte struweel van deze gemengde heg, die willen we niet kwijt. Fre en Ans van Dal legden hun vraag voor aan Nelis Klaasen, de veldcoördinator van ANV Kempenland. Die kwam met een oplossing.

door Monique Leesberg

”De heg is in 5 jaren prachtig uitgegroeid”, stelt Nelis Klaasen vast. ”Een dubbele rij haagplantsoen.in een regelmatig patroon. Er zitten tal van bloeiende heesters tussen en de rozen hebben zich vlijtig door het struweel gevlochten. Zo moet een gevarieerd biotoop er uitzien! Je ziet de mezen en de vinken wegschieten. Nu en dan zijn er ook sijsjes en putters te zien.”

Botsende belangen

Maar ja, soms tellen er ook andere belangen dan die van mees en vink. Dan moet je met een oplossing komen. Nelis stelde voor om er een leerproject van te maken voor ANV Kempenland, om kennis te maken met een traditionele vlechtmethode, waarmee in de voorbije eeuwen heggen zo dicht gevlochten werden dat vee binnen de omheining bleef en wild er er niet binnen kon komen. Vandaag de dag telt vooral dat de gevlochten heg minder ruimte inneemt en, eenmaal gevlochten, gemakkelijk te onderhouden is.

Veilig nestelen

Stekelige struiken maken deel uit van deze onneembare barriere. Omdat predatoren daar een hekel aan hebben zitten vogels en kleine dieren net zo veilig in het vlechtwerk als in de vrije heg. De bloei zal wel minder zijn, dat is de concessie die je doet, maar de heg kan in zijn volle soortenrijkdom blijven.

Inkappen, buigen en leggen

Er zijn verschillende vlechtmethodes. Arjen Stoop van Landschapsbeheer Brabant is niet de eerste de beste. Bij de Nederlandse Kampioenschappen Maasheggenvlechten kennen ze zijn naam. Met ons ploegje nam hij een stukje theorie van de Kartuizer vlechtstijl door. Hij maakte ons attent op de veiligheidsmaatregelen en zette ons aan het werk. Eerst de lange takken van de wilde roos verwijderen, anders kun je niet werken. Dan de zijkanten bijwerken zodat je werkruimte hebt en vervolgens kan het eigenlijke werk beginnen. In ploegjes van drie selecteer je welke stammetjes staanders worden en welke gelegd gaan worden. Dan volgt het inkappen. Het is even wennen hoor, want aanvankelijk durf je niet diep genoeg te gaan om te kunnen buigen.

Gebruik maken van de groeikracht

De aanplant moet jong en vitaal zijn en stevig genoeg om deze behandeling te doorstaan. Dan kunnen de leggers over elkaar heen gevleid worden, in een hoek van 30 graden t.o.v. het maaiveld. Dat is de juiste hoek om nog door te kunnen groeien. In het volgend seizoen zal elke legger verticale loten ontwikkelen die de leggers in een raster gaan vangen. De heg groeit zichzelf dicht.

Toen we op 31 januari de heg achterlieten zag de beplanting er ordelijk, maar toch wel gehavend uit. Nu we ruim een maand verder zijn zien we de sleedoorn en de meidoorn al enthousiast uitlopen. Gelukkig zeg, het gaat gewoon door.

Werken in de buitenlucht

Gelukkig weten Ans en Fre dat buitenlucht hongerig maakt, zij zorgden voor een vorstelijke lunch. Daarna was het nog even flink doorbijten, maar na een paar uurtjes werd het geraamte van de nieuwe vlechtheg zichtbaar en dan heb je toch meters gemaakt. De lange, lange heg hebben we niet helemaal af kunnen krijgen, maar De Bonte Spechten van De Utrecht hebben de klus afgemaakt. We zijn benieuwd hoe deze nieuwbakken vlechtheg gaat uitgroeien!

(foto’s A. van Dal)