Op zaterdag 29 januari 1859 is in de krant De Noord-Brabanter te lezen:
“Op 24 januarij, ’s avond om zeven uren, is de wind- koren-molen te Hilvarenbeek afgebrand, toebehoorende aan den heer J. Huismans en mejufvrouw de Wed. de Lange; zoo men verneemt is deze ramp toe te schrijven aan onvoorzigtigheid, daar men tot zeven uren des avonds nog gescherpt had en even daarna den molen in volle vlam zag; deze is verzekerd bij de Maatschappij Union Belge, voor de som van 10,000 fr.”
De oorzaak van molenbranden
Brand die ontstaat in molens was van alle tijden. Er is bijna geen molen die in zijn geschiedenis nooit een prooi der vlammen is geworden.
Een molenbrand kon verschillende oorzaken hebben. Omdat het wiekenkruis van een windmolen hoog de lucht in stak, werd dat bij onweer nogal eens getroffen door ‘hemelvuur’. Het warmlopen van lagers binnen in de molen was ook een oorzaak. Maar de meest voorkomende aanleiding was toch een grote bui of plotseling opstekende stormachtige wind, waardoor de draaisnelheid te hoog werd en de molen niet meer te remmen was. De molen liep dan ‘door de vang’, zoals dat genoemd werd. Pogingen om de molen in zo’n bui toch tot stilstand te brengen, leverden langdurig wrijving tussen de grote raderen en andere houten onderdelen op, met brand als gevolg.
Wanneer een molen in bedrijf was, moest de molenaar dan ook steeds zijn oog gericht houden op de weersomstandigheden buiten. Maar als hij binnen in de molen druk doende was, had hij daar niet altijd tijd voor. Zo was de wind niet alleen een vriend, maar ook de grootste vijand van de molenaar van destijds.
Niet alleen het weer
Een andere oorzaak van brand was broei in molenproducten. En tenslotte kon onvoorzichtigheid ook nog leiden tot het omvallen van een olielamp. Dat laatste moet de oorzaak zijn geweest van de brand in de Akkermolen die in het krantenbericht uit 1859 beschreven wordt. Het scherpen van de molenstenen was een regelmatig terugkerend karwei dat vaak bij windstilte of in de avonduren verricht werd. In januari was het vroeg donker en elektrisch licht bestond nog niet. Olielampen en kaarsen waren de enige lichtbronnen.
We kunnen ons voorstellen hoe het gegaan moet zijn: de molenaar en zijn knecht keerden na een lange dag werken huiswaarts, keken na hun vertrek nog even om, en zagen in het donker al de eerste vlammen uit de molen slaan. Daarna was er geen houden meer aan. Men kon slechts toezien hoe de volledig uit droog eikenhout opgetrokken molen in een mum van tijd in lichterlaaie stond. Een drama voor iedereen, niet alleen voor de molenaar en zijn gezin, maar ook voor bakkers en boeren uit de omgeving die plotseling zonder meel kwamen te zitten.
Een nieuwe molen
Het feit dat de oude molen goed verzekerd was, zal het mogelijk hebben gemaakt dat er snel een nieuwe kwam te staan. Die molen voldeed aan de eisen van zijn tijd, had een grotere binnenruimte en was niet van het kwetsbare hout maar van het duurzamere materiaal baksteen gebouwd. Onlangs is gebleken dat die stenen molen niet pas twee jaar na de brand, maar al in 1860 in werking was.
Tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd deze nieuwe molen, onveranderd aangedreven door windkracht, gebruikt voor het malen van meel voor mens en dier, net zoals zijn voorgangers dat op precies dezelfde plaats al vijfhonderd jaar lang hadden gedaan. Daarna werd het stil. Althans in het molengebouw zelf, waar het draaiende werk al snel plaatsmaakte voor silo’s en later voor een kantoortje en winkel; die gingen horen bij het gemechaniseerde mengvoederbedrijf Renco, dat de molenaarsfamilie Van Rijswijk in de molen en in nieuwgebouwde productieruimtes daaromheen had gevestigd.
Voor de tweede keer brand
Op 10 augustus 1961 was het weer raak. Overdag had men nog aan de bouw van silo’s in de molen gewerkt, waarna er laat op de avond brand uitbrak, nu met onbekende oorzaak. Mogelijk heeft het werk dat men die dag aan het verrichten is geweest ongemerkt vonken of een smeulend vuurtje veroorzaakt, net zoals ook een eeuw eerder niet het onberekenbare weer maar onvoorzichtigheid de boosdoener was geweest.
Wat er na de brand nog aan molenonderdelen in en aan de molen restte, werd in de dagen erna door een grote kraan van de molen getild. Er kwamen veel mensen uit de omgeving op af om het gade te slaan. De leeggehaalde romp werd vervolgens met een betonnen plaat afgedekt, waarna hij voor andere doeleinden werd gebruikt en tot op de dag van heden is blijven staan.
En nu?
Anno 2024 beijvert een stichting zich om dit belangrijke Hilvarenbeekse erfgoed in zijn oude glorie te laten herrijzen. De bedoeling is dat de molen het middelpunt wordt van een nieuw woongebied dat rondom de Molenstraat, tussen de Esbeekseweg en de wijk Molenakkers in, zal worden ingericht.
Zie www.akkermolenhilvarenbeek.nl
Op zaterdag 11 en/of zondag 12 mei is het Nationale Molendag. Nagenoeg alle molens in Nederland, en heel veel in onze omgeving, zijn op tenminste een van die twee dagen opengesteld voor bezoek. Ga daar eens sfeer en geschiedenis opsnuiven, is onze tip, want die liggen er voor het oprapen. De Akkermolen is er in 2024 nog niet bij, maar hoopt volgend jaar ook mee te doen.