Sommige jeugdliefdes wil je het liefste uit je brein wissen. Toen ik net achttien was had ik een knap vriendinnetje met de naam Inez, wat zoveel als rein/kuis betekent. Na een week of zes kreeg ik in de gaten dat ze mij met het halve Land van Heusden en Altena bedroog. Ooit was de PSP nog mijn partij, tot ik merkte dat de partij ondanks de pacifistische principes intern nogal gebukt ging onder niet te frisse relletjes. Mijn glimmende Yamaha FS1 brommer bedankte mij voor mijn liefde met vastlopers, extreem hoge kosten en smerige olievlekken. Maar de liefde voor Gruppo Sportivo bleek de tand des tijds glorieus te doorstaan.

Ik moet bekennen dat ik een atypische muzieksmaak heb. In mijn hardrockcirkeltje van begin jaren tachtig werd er nogal laatdunkend gereageerd op het feit dat ik eigenlijk ook Doe Maar, Kid Creole and the Coconuts en Donna Summer erg fijn vond. En ik kon net zo makkelijk The Ramones en Motörhead opzetten als Kate Bush, Jeff Wayne’s War of the Worlds, of Steve Miller Band bijvoorbeeld.

In 1977 ontdekte ik Gruppo Sportivo, wat op zich al een atypische band was en ook vaak niet begrepen door mijn rockvrienden. Ik zou het muziekgenre niet eens kunnen omschrijven eigenlijk. Vrolijk, puntig, met nog meer humor erin dan de hele vaderlandse cabaretsector bij elkaar. Met heerlijke muzikanten, zoals de onlangs overleden magistrale toetsenist Peter Calicher die een flink deel van de bijzondere sound maakt met zijn Del Shannon-achtige partijtjes. De geinige zangeressen Meike Touw en Josee van Iersel, met hun bijna kinderlijk vrolijke partijtjes. Lekker stuiterende songs als Beep Beep Love, Hey Girl, Girls Never Know, Blah Blah Magazine, of Rock and Roll. Mooie melancholie in Armee Monika, Henri, Dreamin’. Kolderieke flauwekul in Tokyo (Tokyo-I’m on my way- and in my new Toyota – it’s not so far away) en in het totaal ontsporende Superman.

Vooral hun eerste twee platen ‘Ten Mistakes’ en ‘Back to ‘78’ heb ik helemaal grijs gedraaid. Die laatste plaat was fysiek al een prachtige grap trouwens. In de middencirkel zie je de totaal naakte zanger en antiheld Hans Vandenburg over straat schuifelen, van de ene woning naar de andere. Zijn geslachtsdeel zag je niet, maar als je de plaat over dat pinnetje van je draaitafel schoof…

Het ‘probleem’ bij de groep was mogelijk dat ze door velen niet zo serieus genomen werden, juist omdát het zo grappig was. Geen ellenlange jankende gitaarsolo’s, geen beukende drums of vocale acrobatiek over vijf octaven. Maar wel met een enorme creativiteit, aanstekelijke nummers en het léf om anders te zijn. Ik kan nog steeds niet anders dan die nummers keihard meezingen, met een grote grijns op mijn gezicht. Lekker om je dag te starten ook met een luidkeels Disco Really Made It of I Said No. Ik kan me zomaar voorstellen dat Gruppo duizenden in die tijd voor een neutronenbomdepressie heeft behoed.

Sinds een paar jaar toeren ze weer en ik had ze al lang op mijn verlanglijstje staan. In de jaren tachtig zag ik ze een keer zes. Onder meer bij een heerlijk klein festivalletje in Meersel-Dreef en bij de studentenprotesten op het Malieveld, tegen de verfoeide bezuinigingsplannen van toenmalig onderwijsminister Deetman. Vorige week was het zover, in de Tilburgse Heyhoef Backstage. Een buurtzaaltje waar overdag wijksenioren een kaartje leggen en de kantklosclub de laatste nieuwtjes deelt. Het zat ramvol. Al vanaf de eerste tonen: pret. Veel meebrullende vijftigers en zestigers natuurlijk. De overleden Calicher was vervangen door Len, een gastje dat vijftien leek, maar die nog door Calicher zelf was opgeleid en die de sterren van de Nederpophemel speelde. De vorige zangeressen zijn vervangen door Lies en Inge, ofwel de magistrale Bombitas van voorheen Herman Brood and his Wild Romance! En allejezus: wat zien die meiden er nog strak uit. Maar ja, ze staan ook geen seconde stil op dat podium. Het nieuwe Out There in the Jungle klinkt verdomd goed. Toegiften, gejuich. Wat een heerlijke avond.

Een jeugdliefde voor het leven. Ze zullen het weten straks, met mijn gettoblaster op de dagbesteding van Huize Zwanenzang.