Het antwoord op de vraag: ‘Wat is de munteenheid in ons land?’ lijkt simpel. De euro uiteraard, zult u zeggen. Inmiddels ben ik zelf aan het twijfelen geslagen. Je kan anno 2024 geen evenementje meer bezoeken, geen zaal meer binnenlopen en geen festivalterrein meer oplopen zonder dat je je voorziet van de plaatselijke consumptiemunt of -bon. Maar juist anno 2024 dus, denk ik vaak: waar heb dat nog voor nodig?

De gebruikelijke gang van zaken: bij binnenkomst zie je de lonkend glimmende tapkranen. Dus ga je bedenken: hoeveel munten/bonnen heb ik nodig? En zijn er bekenden, dus wellicht nog rondjes geven? Dan ga je rekenen, maar zie je ineens dat fris en pils één munt mogen kosten, een wijntje anderhalve en sommige speciaalbiertjes zelfs twee. Die rekensom komt dus nooit uit. Wordt het gezellig dan kun je nog twee keer aansluiten bij het muntenloketje, valt het tegen, dan zit je dus met een overschot aan ‘vreemde valuta’. Ik heb eens geprobeerd het dan vlak voor sluitingstijd nog snel op-geconsumeerd te krijgen om vervolgens bulkend en boerend op mijn fiets te stappen. Maar als je dat niet doet, dan word je dus geconfronteerd met de andere kant van de munt.

Zoals die bij mij inmiddels, zichtbaar in een steeds voller wordend plastic bakje van de Chinees. Overgebleven munten van een festival dat niet meer bestaat, van een theater dat failliet ging, bonnen van een kroeg waar je maar af en toe komt en die je dus natuurlijk geheid vergeet mee te nemen als je er weer eens binnenstapt. Dan zeg je tegen mekaar: stom, we hadden die veertien overgebleven bonnetjes moeten meenemen. Tja, volgende keer dan maar…. Maar ja, ik hoef u niet uit te leggen wat er die volgende keer gebeurt, als je die volgende keer - met een nog overlopend hoofd van de werkweek - die kroeg weer opzoekt. En als je de muntjes niet vergat, dan zijn ze twee jaar later ‘niet meer geldig’.

De logica achter die bonnen- en muntendictatuur?? Ik zie overal al van die handige kleine pin-setjes opduiken, waarmee je tot op de cent nauwkeurig kan afrekenen. Even je pasje er tegenaan houden en het precieze bedrag wordt van je rekening getrokken. Waarom worden die op die evenementen zelden gebruikt? Het afrekenen gaat met munten volgens mij nauwelijks sneller dan met zo’n pinding. De enige reden die ik kan bedenken is: het verdienmodel. Het zou me niet verbazen - met mijn Chineesbakje in het achterhoofd - als er gemiddeld tien procent van alle aangeschafte munten en bonnen de volgende morgen nog in de zak van een broek met bier- en satévlekken wordt aangetroffen. Die tien procent die niet geconsumeerd wordt, zijn al de eerste verdiensten natuurlijk.

Ik kwam ook weleens in sympathieke cafeetjes en op toffe kleinschalige festivalletjes, waarbij ik dan bij de restvaluta dacht: ach, het is ze ook gegund, als een soort van fooi. Maar ik maakte ook mee dat je tig munten à 3 euro 80 hebt overgehouden en dat je er überhaupt nooit meer heen wilt. Die verspilde munten komen nog bovenop de krankzinnige toegangsprijs van een PinkPop of een Best Kept Secret, torenhoge parkeerkosten op een zompig weiland met bewaking door een depressieve Holsteiner koe, bovenop het kabouterjaskluisje van 12 euro 50, bovenop het treurig over je besmeurde hand hangende broodje hamburger van 11 euro 40 en bovenop het feit dat je de artiesten alleen met een Hubble telescoop kon waarnemen.

Ik wil: duidelijk en eerlijk beleid. Ik weet dat er op sommige festivals bijvoorbeeld wel een loketje is waar je de overgebleven muntjes weer kan inwisselen tegen cash, maar vaak is het er ook gewoon niet. Vette pech voor de kabouters. Hoe moeilijk is het om bij het muntenloket duidelijk op een bord te vermelden: hier kun je de overgebleven munten ook weer inleveren? Zet er desnoods een collectebus bij, net als bij veel statiegeldmachines, waar je je resterende plastic cash kan doneren aan zieltogende zeehondjes, Anger Management for Anouk of aan Boomers Met Een Facebookverslaving.

Hou op met er munt uitslaan. Het is gewoon niet zo netjes. Dus.