Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker in een tijd dat de natuur op een hoogtepunt is.

door Kees van Kemenade

Wil je planten spotten, dan kun je niet zo goed terecht in een naaldbos, maar beter kijken in de berm, of nog beter in een wat nat loofbos. In Turkaa, aan de oever van de Reusel bijvoorbeeld. Er moet wel wat zon doordringen tot op de bosbodem. Daar groeit zowaar de bosaardbei naast een wandelpad. Met vijf witte bloemblaadjes en een geel hartje, gevormd door stamper en meeldraden. Nu is hij in bloei, maar als hij bevrucht wordt door insecten, vooral bijen, hommels en zweefvliegen, dan groeit er een mooi klein aardbeitje uit. Niet zo’n cultuuraardbei, dat is een product van menselijk ingrijpen in de natuur, maar een miniatuur model daarvan. Hij smaakt lekker en de dieren eten ze wel op. De harde zaadjes worden uitgepoept en zo kan hij zich verspreiden.

Kan een mens ze ook eten? Zeker, want ze zijn lekker zoet, maar ik zou het niet doen. Bosaardbeien groeien laag bij de grond en kunnen daardoor besmet geraakt zijn met een parasiet die huist in vossen. Vossen zitten echt overal en hun poep kan besmet zijn. De eitjes van die parasiet, die ook mensen van binnenuit flink kan beschadigen, kun je binnen krijgen als je ze zomaar in je mond steekt.

Er bestaat ook een sieraardbei, voor in de tuin, maar die vruchten smaken nergens naar.

Bosaardbei is een meerjarige plant, dus volgens jaar staat hij hier nog. Waarschijnlijk is hij zelfs groter geworden, want behalve met zaadjes breidt hij zich ook uit met uitlopers. Soms zie je bladeren die zijn opgerold tot een klein kokertje. Dat is het werk van de eigen waardplant van de bosaardbei, de aardbeivlinder. Als hij bruin is, met kleine bijna witte stippen, heb je hem al waargenomen. De rupsjes knagen zo aan het blad, dat zich een veilig nest vormt als bescherming tegen hongerige vogels.