Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker als je het verhaal achter elk plantje kent.
door Kees van Kemenade
In de berm van het Biedonkpad bloeit de klaver. Dat is geen bijzonderheid want deze plant is werkelijk algemeen hier. Een vaste plant die bloeit van het voorjaar tot diep in het najaar. Herkenbaar aan de paarse bloemen en de drietallige bladeren met een lichte vlek in het midden van elk blad. Er is ook een witte variant en die kan als mutatie in plaats van drie viér blaadjes hebben. Heel zeldzaam natuurlijk en daarom denk men dat de vondst geluk zal brengt.
Trap niet in de truc van de handel die ‘klavertjes vier’ verkoopt. Want dat is klaverzuring, niet eens familie, en die geeft dus geen kans op geluk.
De bevruchting vindt vooral plaats door hommels die een lange roltong hebben. Uiteraard heeft rode klaver ook een eigen vlinder: het klaverblauwtje. De rupsen van die vlindersoort eten klaver om genoeg energie op te doen voor de metamorfose tot een mooi blauw vlindertje.
Voor de agrarische sector was klaver altijd heel belangrijk. Mijn opa en mijn vader zaaiden klaver in om de bodem te verbeteren. De plant is bijzonder eiwitrijk en bindt veel stikstof in de bodem. Ideaal voer dus voor het vee. Helaas hebben grassoorten het qua efficiëntie gewonnen van de klaver. Maar als de meer biologische landbouw oprukt krijgt klaver vaste een nieuwe kans. Je kunt het bijvoorbeeld uitzaaien samen met graansoorten en dat heet stoppelgewas. Na de oogst van het graan groeit de klaver mooi door en kan dan later ook geoogst worden. Of je laat de koeien de akker op en die eten het zelf wel op.