Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven.
door Kees van Kemenade
Vingerhoedskruid, of met de Latijnse naam die de meeste mensen wel kennen Digitalis, is een van onze mooiste planten in de Beekse natuur. Een tweejarige plant, waarbij zich het tweede jaar een lange steel ontwikkelt met tientallen hardroze bloemen die elk weer honderden zaadjes ontwikkelen. Er is ook een witte variant en beide komen bij het begin van de zomer pas echt goed tot hun recht. Ik was eigenlijk op weg naar de Gemeentebossen, waar ik op een open plek verleden jaar de eerstejaars al had gezien als grote rozetten van bladeren, maar langs de gracht om sportpark De Roodloop stond er ook eentje fraai te bloeien. Een paar hommels zochten er al naar honing. Zij hebben een lange roltong en kunnen er zó bij. Andere insecten maken soms een gaatje bij de voet van de bloem om bij de nectar te komen.
Om goed te gedijen heeft hij vochtige grond nodig met ook wat schaduw. Ze doen het ook goed in de tuin; ga maar eens kijken in D’n Doornhof hier. Daar zijn verschillende soorten bij elkaar gebracht.
Vingerhoedskruid is giftig en zit, voor de kenners althans, in heksenzalf. Maar een giftige plant kan bij de juiste dosering ook een medicijn opleveren. Stoffen uit de plant worden gebruikt bij oedeem (vochtophoping), of bij hartproblemen. Bij goed gebruik vertragen die stoffen de hartslag. Dat luistert heel nauw, dus experimenteer er maar niet zelf mee.
De naam wijst zichzelf, al vraag ik mij af wie tegenwoordig nog een vingerhoed gebruikt. Een bescherming van de vingertop bij handwerk met een naald; vroeger een algemeen voorwerp in het naaimandje. Wie heeft zo’n kistje of mand nog?