Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker nu de zomer op zijn einde loopt.
door Kees van Kemenade
Wil je de mooie paars-roze grote kattenstaart zien, dan moet je een vochtig gebied opzoeken. De Gooren bijvoorbeeld, een van de fraaie natuurgebieden die Hilvarenbeek rijk is. Daar aan de slootranden bloeit hij volop.
De toevoeging ‘grote’ is terecht, want hij kan wel een meter hoog worden. Vanwege de grootte valt de kattenstaart altijd op en steekt de aar met de kleine bloempjes overal bovenuit. De hele zomer bloeit hij volop, dus heb je nog een paar weken de tijd. Dan sterft het bovengrondse deel af, maar de wortels blijven en die brengen de plant in het voorjaar weer bovengronds.
De lange puntige bladeren zijn eetbaar en je kunt ze eventueel met de bloempjes gebruiken in een salade. Of ze gewoon fijnhakken en verwerken als spinazie. Begin maar eens met het plukken van een blaadje, kan, want hij is niet bedreigd, en er op kauwen. Vitamine voor niks!
Veel mensen denken dat een bij een bij is, maar er zijn heel veel soorten. De kattenstaartdikpoot komt alleen voor in symbiose met de grote kattenstaart. Voor andere insecten is het een waardplant, zoals het boomblauwtje. Veel vlinders bezoeken hem graag. Misschien zie je bij het bekijken ook wel de grote vuurvlinder, de luzernevlinder of het klein geaderd witje. Belangrijke wilde plant dus voor onze insectenwereld.
Vroeger werd de grote kattenstaart wel gebruikt als een natuurlijk kleurmiddel in de wol nijverheid, maar hier hebben chemische kleurstoffen die rol overgenomen.