Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Meestal zijn ze algemeen, maar soms tref je een zeldzaam, geworden, plantje aan.

door Kees van Kemenade

Op kurkdroge voedselarme zandgrond, waar vroeger ooit heidevelden lagen, tref je soms nog tormentil aan. Je moet goed kijken, want het zijn maar kleine gele bloempjes van amper 1 cm groot. Je moet opschieten, want bij het begin van het najaar zijn ze zo uitgebloeid. Maar omdat het een overblijvende plant is, komen de bloempjes volgend jaar wel weer terug.

Nou komt de kleur geel in de natuur heel vaak voor, maar tormentil is makkelijk te determineren. Vier bloemblaadjes, met een vleugje oranje bij de voet van het bloemblaadje. De groene blaadjes zijn driedelig. Dan weet je het zeker.

Voor de bestuiving zorgen alle mogelijke vliegende insecten. De aardbeivlinder beschouwt hem als waardplant, maar ik weet niet zeker of ik die vlinder ooit heb waargenomen. Die zeer zeldzame soort is donkerbruin met witte stippen. Misschien ook wel omdat tormentil zeldzaam is geworden.

Het is een echte inheemse plant, en toch heeft hij een exotisch klinkende naam. Dat komt vanwege zijn medisch gebruik; eeuwenlang was Latijn de taal van artsen, die hun medicijnen uit de natuur betrokken. Tormentum betekent kwelling of kramp, want de wortel van de plant werd gebruikt bij krampen, bijvoorbeeld bij menstruatie. De wortel werd ook gebruikt om er een rode kleurstof uit te winnen. Die wortel wordt ook nog gebruikt om kruidenlikeuren hun kenmerkende smaak te geven. Volgens mij zit het ook in de door mij zeer gewaardeerde Dom Benedictine.