Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is eigenlijk maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker als je het verhaal achter elk plantje kent.
door Kees van Kemenade
Soms zijn planten ook wel mooi als ze uitgebloeid zijn, zoals de gewone hennepnetel. De bol met zaadjes, laat zien dat er al vogeltjes op bezoek zijn geweest, want die eten ze graag. Langs het weggetje van de Hakvoortseweg naar Annanina’s Rust liet hij zich prachtig bewonderen.
Toch geldt hij als een onkruid, omdat de gewone hennepnetel concurreert met het gewas op het veld. Je moet dat er niet teveel tussen hebben zitten. De plant is ook een stikstof indicator; als hij floreert is er een teveel aan. Op schrale grond zul je deze hennepnetel niet aantreffen, maar wel als er veel humus aanwezig is.
De stengel is vierkant en de blaadjes zijn gezaagd. Ze lijken ook echt op de bladeren van de brandnetel, maar prikken niet. Er zaten geen bloemen meer aan de plant. Die hebben in het zomerseizoen een lichtpaarse kleur en zijn van het lipbloemige soort. De gewone hennepnetel kan tot bijna een meter hoog worden. Hij is eenjarig, dus zouden er ook zaden in de buurt terecht moeten zijn gekomen, wil je hem volgend jaar weer zien.
Het is ook een waardplant voor een aantal insectensoorten en dan wil ik er eentje noemen, het hennepnetelgoudhaantje. Je kunt hem nu niet meer zien, maar volgend jaar moet je eens opletten als je een lipbloemige plant ziet. Zijn dekschild heeft een waaier aan metalige kleuren: blauw, groen, rood en violet. En dan nog de glanzend groene pootjes, daarmee houdt hij zich vast terwijl hij van de hennepnetelbladeren eet. Hij heeft de gewone hennepnetel nodig om te overleven.