Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker nu de herfst het bos langzaam in ruststand brengt.

Door Kees van Kemenade

Midden op het bospad door de Roovertsche bossen groeit een eenzaam, jong, eekhoorntjesbrood. Zijn mooie kastanjebruine hoed is opengebarsten, zodat je het witte vruchtvlees kunt zien. Hij lijkt kerngezond, maar vanwaar die scheur? Het is een buisjeszwam, eigenlijk de vrucht van de zwamvlok onder de grond. Uit de buisjes ontsnappen de minuscule sporen, die voor de verspreiding van eekhoorntjesbrood zorgen. Hij hoort tot de boleten en is makkelijk herkenbaar aan de kleur, al willen paddenstoelen nogal eens als ze ouder worden van kleur verschieten. De forse steel is ook een herkenpunt, van onder dik en dan taps toelopend naar de hoed. Je treft hem vooral aan bij eiken en ook wel berken. Onder de grond wisselen beide verschijningsvormen voedingsstoffen uit. Weer zo’n wonder in de natuur. Tot in november kun je eekhoorntjesbrood aantreffen en dat zal zeker gebeuren in 2024, want dat is een goed paddenstoelenjaar.

Het is een eetbare paddenstoel, erg lekker bovendien. Officieel mag je hem niet plukken, want niets uit het bos mag je meenemen. In de praktijk wordt het gedoogd door de boswachter. Een champignonbakje vol staat men toe. In Italië heten ze porcini, in Frankrijk cèpes. Ze worden daar hogelijk gewaardeerd in de keuken. Zoek anders maar eens op hoe je risotto met porcini maakt. Maar pluk ik nou deze mooie paddenstoel? Nee, want hij is helemaal alleen. Zouden er heel veel groeien, dan wel, want ik wil de soort niet bedreigen. Ik hoef niet bang te zijn voor vergiftiging, want er is geen enkele andere die op eekhoorntjesbrood lijkt. Pak dan alleen jongere exemplaren; in de oudere tref je al snel wormpjes aan en die wil je niet verorberen. Je kunt hem in plakjes snijden en dan gewoon bakken. Wat een stevige textuur en heerlijke smaak levert dat op. Er is gelukkig een alternatief: je kunt ze ook gewoon gedroogd kopen in de supermarkt. Even weken en ze zijn klaar voor in de risotto. Maar of ze ook zo lekker zijn …?