Een man die aan het einde van de vorige eeuw in de bossen als een Neanderthaler leefde. En dat hier in de omgeving, in Vessem wel te verstaan! Het waren dan wel geen wilde dieren zoals leeuwen die aan zijn zijde leefden, maar wel enkele apen die hem de markante bijnaam gaven: d’n Apenboer.

door Harrie Wenting

Diessenaar Jan Smulders (70) had hem eerder al ontmoet en publiceerde er in 1998 al een verhaal over. Maar ook na de dood van Sjef van Dun, diens werkelijke naam, bleef de man hem bezig houden. Nu komt zijn boek erover uit.

Van Dun was ooit een Goirlese textielfabrikant, daarom is de titel ook niet verrassend: Van textielfabrikant tot apenboer.

Vijftig jaar terug was Sjef van Dun een fietsend monument in de regio. Een man die rondloopt of fietst met een aap op zijn schouder, vaak ook nog vergezeld door zijn meedravende herdershond. De mensen stopten ervoor en keken hem na. Maar het liep niet altijd goed af bij de Vessemnaar want in 1972 ging niet alleen zijn verblijf in vlammen op, ook zijn apen! Maar ondanks de afwezigheid van deze dieren behield hij zijn geuzennaam: d’n Apenboer. Zijn excentrieke, autonome leven veranderde er niet door.

Na een interview en publicatie van het verhaal liet het Smulders nooit echt los. De man is nu al ruim twintig jaar terug overleden en van het wonen in de natuur zijn nauwelijks nog sporen over. Toch besloot de Diessense vrijetijdsschrijver nog eens in het leven van Sjef van Dun te duiken.

Van Dun (geboren in 1923) groeide op in zijn geboorteplaats Goirle, waar hij halverwege het lyceum door zijn vader naar de textielfabriek gehaald werd. Maar daar boterde het niet met de eigenaar en Sjef startte samen met zijn vader Gerard een eigen textielbedrijf. Dat ging goed, totdat vader overleed, waarna Sjef zijn schepen achter zich verbrandde en naar Vessem trok.

Uit de verkoopopbrengst van zijn industrie kocht hij er een oude, versleten boerderij waar hij een ‘veestapel’ opbouwde waarmee hij vijf jaar later naar de natuur trok. Het was een kaal weiland aan de Vessemse Heikesestraat. Hij leefde er als een Neanderthaler, zonder woning, stromend water, gas, elektriciteit of sanitaire voorzieningen. Zijn bijtende hondenleger joeg er passanten de stuipen op het lijf en zijn apen sprongen achter op de fiets.

Zijn reservaat werd al snel een toeristische attractie in de omgeving, maar ook in Hilversum kregen ze er weet van en Jack Spijkerman had er een uitzending over. Slechts één keer per jaar liet hij mensen toe op zijn eigen landgoed, als er met Pasen paaseieren gezocht werden.

D’n Apenboer droeg altijd een afstotende geur bij zich, maar was desondanks overal welkom. Hij had een eigen sociaal netwerk om zich heen, maar bleef wel altijd een rooie socialist. Aan het einde van zijn leven woonde hij nog enkele jaren in een zorgcentrum waar ze wel de geur van zijn lijf kregen. In september 2002 overleed hij in zijn kamertje, op een wijze zoals hij het gewild had.

Het boek ‘Van textielfabrikant tot apenboer’ is verkrijgbaar in de regionale boekhandel en via e-mail: smuld723@planet.nl

Voor Jan Smulders zijn het niet zijn eerste stappen op het literaire pad. Zo verscheen eerder van hem ‘Achter de kloostermuur’, een boek over de Achelse Kluis. Ook: ‘Zo nietig is een mens’ met markante levensportretten en ‘Brabantse Kijk’, een jaar lang elke dag een verhaal met foto. Ook ‘De oogst van moeders akker’ mag niet onvermeld blijven.