Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker als er een bijzonder verhaal achter zit.

door Kees van Kemenade

Ineens waren ze er, achter in de tuin: twee enorme kaardenbollen. Meer dan twee meter hoog met grote bloeiende bollen, waar bijen, hommels en andere insecten af en aan vlogen voor de lila bloemetjes vol met nectar. Die bloemetjes groeiden in ringen die zich verplaatsten rondom de bol.

Maar hoe komt die kaardenbol nou in mijn tuin? Het helpt een beetje als je een wilde tuin hebt, waar jij de natuur wat meer kansen geeft dan in een gewone tuin en waar niet elke sprietje dat er niet hoort rigoureus wordt verwijderd. De zaadjes van de bestoven bloemen verspreiden zich en zijn hier geland op een zonnige plek achterin. Hij is tweejarig, dus kan ik al zien aan de bladeren op de grond dat er volgend jaar hier weer kaardenbollen zullen staan. En elders, want ze kunnen zich flink uitzaaien. Men ziet ze daarom wel als onkruid, maar ik vind ze vooral indrukwekkend en interessant.

Nu, tegen de winter, zijn kaardenbollen al maanden geleden uitgebloeid, maar wat er over is, dat is minstens zo interessant. Een doornige stengel met aan de uiteinden van de takjes verdroogde zaadbollen. Die hebben flinke stekels en lijken een beetje op distels. Omdat er nog flink wat zaadjes in die bollen zitten, zijn in de winter de zaad etende vogels er dolblij mee. Een extra voedselbron voor puttertjes en andere vogeltjes in de schrale tijd. In droge landen, waar het ook wel eens regent, verzamelt het water zich in een kommetje, dat wordt gevormd door een vergroeiing van de voet van het blad. Om als reiziger te overleven kon men daar gebruik van maken als onderweg de dorst toesloeg.

Nog even iets over de naam. Wol kaarden kun je niet met onze inheemse kaardenbol, daarvoor zijn de stekels niet sterk genoeg. Maar speciaal gekweekte soorten van elders werden vroeger wel zo toegepast. In het Tilburgse Textielmuseum staat nog een ruwmolen opgesteld om met behulp van kaardenbollen gevolde wol op te ruwen. Je ziet ze niet vaak meer als grote droogboeketten in de woonkamer. Maar als je het overweegt, dan moet een tak van de kaardenbol er zeker in. Kom er maar eentje halen.