Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. En zeker in de winter is er nog genoeg te zien; vooral zaken die je niet opvallen als alles in het blad zit.
door Kees van Kemenade
Op een eik in het Diessens Broek groeit een groot plakkaat mos. Het is het bekende klauwtjesmos, maar daarvan zijn er vele soorten, die vaak alleen met een loep van elkaar zijn te onderscheiden. Ik houdt het maar op het gesnaveld klauwtjesmos. Gelukkig heeft de boom er geen last van, de bast van de eik geeft deze mos soort alleen maar houvast om beter vocht en stof uit de lucht op te vangen. Wat je worteltjes zou kunnen noemen, onttrekt geen voedingsstoffen aan de boom. Dan zou het klauwtjesmos een parasiet zijn. Voor dit gewoon groeien in de vorm van matten op de boom bestaat ook een begrip: epifytisch. Deze eik heeft er geen voordeel bij.
Nu is ook dit mos een beetje in rust, al ziet hij er wel prachtig groen uit. Maar over een poosje vormen zich dunne steeltjes waaraan zich roodbruine sporendoosjes ontwikkelen. Met die sporen, verwaaid door de wind, plant het gesnaveld klauwtjesmos zich voort. Alle planten hebben ook een wetenschappelijke naam. Die van klauwtjesmos is hypnum, naar de Griekse god van de slaap. Dat is niet toevallig: gedroogd klauwtjesmos werd vroeger - toen men alles in de eigen omgeving moest vinden - gebruikt om matrassen en kussens mee te vullen. En als je een kerststukje wilt maken met groene dennentakken en -appels, dan doet dat mos doet het ook heel goed als opvulling op de bodem.