Knotwilgen horen bij het Hollandse landschap, maar ook in Brabant zijn ze een bekende verschijning. Maar hun aantal loopt terug, omdat de wilgentenen niet meer worden gebruikt voor allerlei zaken. Meestal zijn het vrijwilligers die ze snoeien en ze zo behouden, want als je het een paar jaar overslaat is de knotwilg gedoemd om af te sterven. Leoncio Medina en Anthonie Buffink knotten met veel plezier en werken daarmee aan het behoud aan deze interessante verschijning in het buitengebied.
door Kees van Kemenade
Leoncio Medina, op de trap, en Anthonie Buffink bezig met het knotten van een wilg, zodat hij mooi blijft
“Het kost ons ongeveer een half uur per boom”, vertellen Leoncio en Anthonie, terwijl ze aan het werk zijn bij een mooie rij echte knotwilgen aan het Groot Loo. “Al de tenen snoeien wij en dat heet dan knotten. Het moet zo om de vier jaar. Als dat niet gebeurt, dan worden die twijgen dikkere takken, die steeds verder toenemen in gewicht. De stam kan dat gewicht niet opvangen en dan scheurt die tak uit. Het blanke hout ligt dan open voor indringers zoals zwammen. Dat gaat de knotwilg niet overleven.”
En al die wilgentenen, die vroeger gebruikt werden om manden te vlechten, of als matten voor een dijklichaam werden gelegd ter versteviging, wat gebeurt daar mee? “Waarschijnlijk gaan al die twijgen naar de Beekse Bergen. Grotere dieren als giraffen en olifanten eten ze, omdat het goed voedsel is.”
In het landschap
Het zou jammer zijn als knotwilgen echt zouden verdwijnen, om meerdere redenen. Deze boom staat vaak langs de slootrand. De wortels van de boom maken de oever veel sterker. Hij haalt veel stikstof uit de lucht en geeft zuurstof af. In de knot nestelen vaak allerlei vogels en in de holtes, die ontstaan door het knotten, vinden weer andere dieren een onderkomen. In de knot verzamelt zich wel bladhumus, waarin struikjes als lijsterbes kunnen gaan groeien, of een varen. Dat ziet er wel mooi uit, maar is ook wel gevaarlijk voor de wilg.
Natuurlijk kun je de twijgen nog steeds goed gebruiken om een natuurlijke haag/schutting te maken. Zet een aantal dikkere takken rechtop in twee rijen en vul de ruimte op met twijgen. De staanders gaan vaak uitschieten en dan heb je een prachtige afscheiding. Maar het belangrijkste nut dat knotwilgen nu nog hebben, is toch wel het verfraaien van het landschap. Bekijk het knotwilgenlaantje maar eens in Biest-Houtakker, aan de weg naar de rioolwaterzuivering. Al zal daar spoedig ook de zaag in moeten, voor de snoeitang zijn de uitschieters al te dik.