Een baan in de sector techniek, zorg en onderwijs doet er toe. Dat onze samenleving een groot tekort heeft aan vakmensen is een doordrongen feit. In de sectoren techniek, zorg en onderwijs schreeuwt men het hardst om personeel. Maar hoe komen we in de toekomst aan al die vaardige mensen?

Door Johan Verlouw

“Met dure reclamecampagnes of gelikte posters gaat ons dat niet helpen,” vertelt Ben Snoeijs. “Dat is gewoon kapitaalvernietiging.” Snoeijs is bijna dagelijks bezig om kinderen op de basisscholen te enthousiasmeren voor de technieksector. “Het is echt belangrijk dat kinderen in een vroeg stadium in contact komen met techniek; op de middelbare school is het eigenlijk al te laat. En geef een realistisch beeld van een beroep. Aan de beeldvorming mankeert nogal wat.”

MBO’ers zijn goud waard

Een MBO docent die werd geïnterviewd door Nieuwsuur verwoordde het mooi: “Als je aan het einde van de dag niets hebt gemaakt, gerepareerd of iemand hebt geholpen, moet je jezelf afvragen hoe zinvol je beroep is.” Hij wilde ermee aangeven hoe hard we mensen in de techniek, zorg en onderwijs nodig hebben. “MBO’ers zijn de motor van onze samenleving, of het nu gaat om een automonteur, stukadoor, installateur, een bejaardenverzorger; we kunnen absoluut niet zonder deze mensen. Anders loopt onze maatschappij hopeloos vast. “Vergeet ook niet dat bij alle sectoren techniek en digitalisering om de hoek komt kijken. Dus een zorgmedewerker zal ook bij een zorgrobot een accu moeten kunnen vervangen.”

Tij zomaar niet gekeerd

Snoeijs is realistisch genoeg om te weten dat dit probleem niet binnen een paar jaar is opgelost. “Nee, het is een kwestie van een lange adem, we moeten van ver komen.” Volgens de techniekmaker zijn er drie factoren waar heel veel winst te behalen valt.

Namelijk het opleiden en begeleiden van techniekdocenten op de basisscholen, het kennis laten maken met techniek (en zorg) van de basisschoolleerlingen en werken aan de beeldvorming. “Op de basisscholen is techniek vaak een ondergeschoven kindje en afhankelijk van een paar enthousiaste docenten, daar moet echt in geïnvesteerd worden. Dat betekent dat er op de Pabo ook veel meer aandacht voor het vak techniek moet komen. Tijdens mijn workshops laat ik de kinderen ook al op een simpele manier programmeren en solderen, dus niet alleen vogelhuisjes timmeren. Binnenkort gaan we een sloopauto demonteren.”

Geld verdienen en betekenisvol

Op de middelbaar school legt Snoeijs veel meer de aandacht op de beeldvorming, bijvoorbeeld dat er in de techniek en het onderwijs goed geld valt te verdienen. “De zorg blijft daarin een beetje achter. Ook heb je binnen deze sectoren nog heel veel mogelijkheden als je je diploma eenmaal hebt behaald. Vergeet ook niet dat je baan in deze sectoren voor lange tijd gegarandeerd is. Dat is in de economische sectoren toch anders. Natuurlijk speel ik ook in op de emotie; dat het vooral betekenisvol werk is. Altijd beter dan heel de dag achter een beeldscherm zitten. Maar het is best lastig om deze leeftijdsgroep te overtuigen, hun ouders en de omgeving hebben ook invloed op hen.”

Meteen aan het werk

Nena uit Kerkdriel heeft vorig jaar haar MBO (3) onderwijsassistent afgerond. “Ik wilde liever gaan werken, dan verder studeren. Ik kon al heel snel beginnen in de kinderopvang en werk nu vier dagen in de week. De verdiensten zijn heel aardig en ik heb het prima naar mijn zin. Wat ik over een paar jaar wil gaan doen, weet ik nog niet, maar voorlopig blijf ik hier lekker werken.”

Lucas uit Oosterhout behaalde een paar jaar geleden een MBO (3) diploma procestechniek. “Even heb ik nog het HBO geprobeerd, maar daar werd ik niet blij van. Toen ik besloot te stoppen met mijn studie kon ik meteen aan het werk bij een grote frisdrankfabriek hier in de omgeving, ik had daar eerder ook stage gelopen. Omdat ik in ploegendienst werkte, had ik echt een vet salaris.” Na enkele jaren kon Lucas een mooie overstap maken naar een baan bij de gemeente, waar hij momenteel werkt. “Er zijn heel veel mogelijkheden in de procestechniek, alleen moet je wel plezier halen uit het werken in ploegendienst.”